Welkom op Pluym's blog

Welkom op Pluym's blog

woensdag 16 juli 2014

De ware droom van Duitsland

I, I will be king
And you, you will be queen
Though nothing will drive them away
We can beat them, just for one day
We can be Heroes, just for one day

David Bowie: "Heroes"






Berlijn, 13 juli 2014

Een stad in extase. Na het laatste fluitsignaal klinkt er een orkaan van gejuich. Berlijn, zoveel besproken in de 20ste eeuw, kent weer een feest die er sinds 1989 en 1990 niet meer is geweest. Dit keer ben ik er wel bij, ik bevind me daar waar alle ogen in de wereld naar gericht zijn. Heel even droomde ik dat ik nu in Amsterdam was, dat wij zonet Duitsland met 3-0 ingemaakt hebben…maar helaas. Ik bevind me nu juist in het hol van de leeuw en nee niet van onze voetballeeuw.


Hoewel de mensen door het dolle heen zijn en er net zoveel vuurwerk wordt afgestoken als met oud en nieuw, denk ik dat wij het in Nederland grootser hadden aangepakt. Misschien is het omdat de Duitsers al 3 keer eerder verwend zijn met een wereldtitel en van nature niet de grootste feestbeesten zijn die je kunt bedenken. Een witte gekte synoniem aan onze oranjegekte is er gewoon veel minder. Nu is wit natuurlijk ook geen feestkleur, het associeert meer met de tandarts of een doktersjas dan aan een heroïsche voetbalprestatie.

Zou het er in 1989, in de nacht na het vallen van de muur er ook zo aan toe zijn gegaan? Als 12 jarige brugklasser vernam ik het nieuws tijdens het ochtendjournaal. Wat had ik er graag bij willen zijn! De vreugde van de mensen, huilende Oost-Berlijners die voor het eerst in hun leven een voet in het westen zette. Ik vraag het aan Martin. Vorig jaar ontmoette ik deze excentrieke Berlijner in Riga. Ik greep deze finale aan om deze geniale grappenmaker, kerkmuziekcomponist en rapper op te zoeken in zijn heerlijke stad. Hij was 6 jaar oud toen de muur viel en groeide op in Oost-Berlijn. Zijn antwoord was echter een beetje vaag: “ja de mensen vierden feest maar ze hadden geen idee wat ze aan het vieren waren” Zijn antwoord maakt de realiteit duidelijk dat lang niet alle Duitsers blij waren met de “wende”. Veel Oost-Duitsers voelden de éénwording een jaar later als een annexatie. Precies zoals het op de Krim is gegaan, met het enige verschil dat toen de hele wereld juichte voor Duitsland en nu boe roept naar Rusland. Maar de blijdschap van vanavond was wel een bewuste, aan wereldkampioen voetbal worden kleven tenminste geen valse verwachtingen.

West-Duitsers gruwden van het idee dat zij konden opdraaien voor het totaal verpauperde en berooide DDR. Dankzij die wederopbouw merk je anno nu het verschil niet meer tussen oost en west. Trabi’s bestaan niet meer en er is nagenoeg niets van de muur overgebleven. In de stad weet je ook niet meer of je in het voormalige oosten of westen bent. Slechts de karakteristieke voetgangerslichten met het sympathieke Ampelmanchen zijn gebleven. Talloze malen zijn we over de voormalige grens gewandeld en gereden, ondenkbaar dat het 40 jaar lang een onmogelijk opgave was geweest. Trottoirbanden geven de plek van de muur aan die in werkelijkheid bestond uit een binen en buiten muur met daartussen tientallen meters niemandsland. Je vergeet haast dat er ook zoiets was als de slag om Berlijn in het voorjaar van 1945, die de stad voor 95% in puin achter liet.
Maar nu is er feest! Als er in 25 jaar tijd al geen genoeg verbroedering is geweest, vanavond is iedereen even een held, daar in het middelpunt van het universum.

woensdag 9 juli 2014

Sport & Psychologie

Na RvP, Robben, Depay en Huntelaar hebben we er weer een WK held bij: Tim Krul! Fris, zelfverzekerd en uitdagend hield hij twee penalties tegen. Mijn verbazing was de volgende dag echter groot dat er ook mensen zich lieten horen die zijn gedrag onaanvaardbaar vonden, wat deed hij nou precies wat niet zou mogen? En was het niet Louis van Gaal die de grootste mentale klap uitdeelde om doodleuk 2 minuten voor tijd zijn keeper te wisselen?

Zijn die mensen dan Hans van Breukelen vergeten? In de finale tegen de Sovjet Unie way down in 1988 deed hij exact hetzelfde. Ook hij liet zien dat hij meende te weten in welke hoek Belanov zou schieten. Hij keerde de strafschop uiteindelijk met zijn voeten want hij dook wel naar de verkeerde hoek. Eerder in de halve finale sprak hij Lothar Matthäus, na een schwalbe de vriendelijke woorden toe: "Ich hoffe das du fucking stirbst" Al een stuk minder vriendelijk maar 26 jaar geleden maakten de mensen zich gelukkig minder druk om dit soort bagatelletjes, hooguit omdat Ronald Koeman zijn reet veegde met een duits shirt en terecht natuurlijk.

Schakers moeten lachen om dit soort ophef. Zij maken wel heftigere dingen mee. Bij het edele spel op 64 velden is immers alles sterk psychologisch gefundeerd. Het zal totaal geen indruk maken als je voor een wedstrijd je tegenstander vertelt dat je weet naar welke hoek hij zal rokeren. Er is meer nodig om een schaker uit zijn concentratie te halen.

Viktor Kortsjnoi, die 2 en eigenlijk 3x voor het wereldkampioenschap speelde tegen Anatoli Karpov ging er eens zelfs vanuit dat zijn tegenstander (dat was niet alleen Karpov maar de complete Sovjetunie, hij liep namelijk over naar het westen midden jaren '70) hypnotiseurs en para-psycholgen tegen hem inzette die plaats namen in de speelzaal. Zelf zette hij weer mensen in de zaal om de boze kracht van deze personen te  neutraliseren. Ja, zo werkt dit dus bij schaken, al was dit een hoge uitzondering. Zijn wedstrijd tegen Boris Spassky in '77 stond ook bol van absurditeiten. Spassky ging zich vreemd gedragen toen hij 4 punten achter stond. Hij verscheen alleen aan het bord om een zet te doen, droeg een opvallende tenniscap en verscheen zelfs aan het bord met een duikbril, juist omdat hij wist dat Kortsjnoi hier gevoelig voor was en prompt won hij 4 partijen op rij, maar verloor later alsnog de match. Het effect van vreemd gedrag is natuurlijk niet van lange duur.

Maar is dit geoorloofd in de sport? Zou je je mogen aanwenden aan dit soort praktijken als je weet dat je op deze manier zou kunnen winnen? Of zou je een wedstrijd alleen op techniek mogen spelen? Klinkt misschien wel zo fair en logisch maar wat als je bij voorbaat al weet dat de tegenstander veel beter in de techniek is dan jij? Moet je het daar bij laten zitten? Nee natuurlijk niet, dat zou pas onsportief zijn! Voor een winst zou iedereen al het geoorloofde uit de kast moeten trekken om het doel te bereiken. Wie geen waarde hecht aan winst of verlies in sport dient zich te beperken tot bingo of mens-erger-je-niet.

Als 14 jarig jeugdspelertje heb ik me voor het eerst en het laatst laten intimideren. In de laatste ronde van een schaaktoernooi had ik nog kans om 1e te worden bij winst. Zo goed had ik nog nooit eerder gepresteerd en was ook behoorlijk gespannen.  Mijn opponent was een langharige bebaarde onverzorgde man, zo'n 13 in een dozijn schaker. Al vlot in de partij had ik een dijk van een stelling en een kwal voorsprong en toen begon het. Bij elke zet die ik deed fluisterde hij: "je wint toch niet" Praten tegen je tegenstander is "utterly not done" de enige verbale communicatie bestaat tijdens een partij hooguit uit een aanbieding van een comsumptie of een remise. Had ik me hierover beklaagd dan had mijn tegenstander zeker een waarschuwing gekregen. Maar dat werkt psychisch juist in het nadeel. Wanneer je blijk laat geven last te hebben van het gedrag van een ander heb je de strijd om de psyche verloren. Zo stug mogelijk speelde ik door en de man begon steeds meer aan het zinnetje "je wint toch niet" toe te voegen, ik kon die vent wel wurgen! Uiteindelijk maakte ik een dodelijke blunder en liep erna uit afgrijzen rechtstreeks het gebouw uit naar het station.  Achteraf ben ik de beste man dankbaar. Ik zwoer mij nooit meer door externe factoren af te laten leiden.  Een prettigere manier van bijna uit mijn concentratie gehaald worden beleefde ik op mijn 18e toen ik in Wageningen tegen een niet onappetijtelijke dame speelde. Het was ontzettend warm en deze dame in kwestie was zeer luchtig gekleed. Tijdens het spelen gunde ze mij zo'n riante inkijk dat ik, zonder mijn nek te hoeven verdraaien, kon constateren dat ze geen beha droeg. Ja dat was wel even slikken, zag ik het nou goed? Zou ze het zelf in de gaten hebben? Ondanks dat ik helemaal niet vies ben van goeie borsten, helemaal niet op die leeftijd,  bracht de gedachte dat ze wellicht met opzet er zo bij zat, de concentratie terug. Na afloop was ik trots op mezelf: ik zag tieten, ik was even prettig van slag maar behield wel de concentratie én ik won de partij.

Zou ik zelf intimidatie aangrijpen om een belangrijke wedstrijd te kunnen winnen?  Natuurlijk zou ik dat doen! Zo moest ik eens op een toernooi in Andorra in de 3e ronde tegen een Duitse vrouwenmeester(es) spelen. Het krachtsverschil was duidelijk, ze had een elo van 400 meer dan ik. In voetbaltermen zou dat het verschil zijn van een willekeurig amateurclubje tegen Feyenoord. Ze leek mij een ijskoude tante, geen één keer had ik haar op een lachje kunnen betrappen tijdens het toernooi.  Voor deze gelegenheid trok ik dus een vrolijk t-shirt aan (zie foto), hield mijn zonnebril op en ging ruim voor aanvang achter het bord zitten met beide vuisten op tafel, grijnzend voor me uit starend. Frau Schmitz kon dit kennelijk niet waarderen. Bij aanvang eiste ze direct dat ik een ander shirt aan moest trekken. "Nope" was mijn korte antwoord en ze stond op om haar beklag te doen bij een arbiter. Aangezien er bij het schaken geen kledingvoorschriften bestaan kon de wedstrijdleider niet anders beslissen dan dat er aan de partij begonnen moest worden. Duitsers geven echter nooit op, ze haalde haar echgenoot erbij! Ik kreeg van de beste man een hele preek in het Duits en het enige wat ik er van verstond was zoiets dat ik respectloos tegenover vrouwen was en dat dat niet thuis hoort op een sportevenement enz. Ik bleef stoïcijns voor mij uit grijnzen, met beide vuisten op tafel. Inmiddels was er al bijna een half uur van haar tijd verstreken. Bij een uur verlies je reglementair je partij. Ze voelde goed aan dat ik niets aan mijn kleding of mijn houding ging veranderen en koos eieren voor haar geld en deed een zet.  Op dat moment heb je de slag om de psyche al gewonnen, ik wist dat ik zou winnen, ze ergerde zich rot en ergenis is nou net de grootste vijand van concentratie.  Na 7 zetten verblunderde ze als een beginner een stuk en die voorsprong gaf ik niet meer weg. Uiteindelijk zou dit mijn succesvolste toernooi ooit worden.

Natuurlijk is het niet gentlemanlike om zo te winnen maar gentlemen sneuvelen ook het eerst want het zijn geen killers. En die zien we in de sport toch het liefst? De strijd, het willen sterven om te winnen, dat zijn meestal mooiere plaatjes dan het spelletje zelf. Mits je natuurlijk in de marges van het toelaatbare blijft. Je moet je tegenstander ook niet in tweeën willen trappen. Tegen psychische oorlog kun je je wapenen, tegen een knie in je rug niet. Daarom is  de actie van Tim Krul zo veel  leuker om naar te kijken dan Toni Schumacher in '82

Wat is dan het wapen tegen psychologische oorlogsvoering?  Simpel: gewoon op je spelletje blijven concentreren en niet onder de indruk raken. Even vergeten dat je een mens bent. In een strijd om winnen of verliezen, leven of dood mag dat!

zaterdag 5 juli 2014

Per trein




Tot een jaar of tien geleden, toen ik nog geen rijbewijs had maar nog wel behept was met vliegangst, was de trein zowel in forensisch als recreatief opzicht mijn dominantste vervoermiddel. Met het (eindelijk) behalen van het felbegeerde roze pasje en het overwinnen van bepaalde fobieën sloot ik het spoortijdperk zo goed als af.  Sinds kort reis ik weer regelmatig met de trein. De NS heeft nu een aantrekkelijke actie waar je in het weekend gratis mag rijden, an offer I couldn't refuse!

Sinds kort kunnen we weer van schone treinen genieten. Wie mij echter een beetje kent zal weten dat ik me niet zo heel erg stoor aan een beetje troep, ook niet in de trein. De ergenissen verschijnen pas als elementen mijn wereld waar ik me op dat moment verkeer plots verstoren.  Een prettige bijkomstigheid van de trein anno nu is dat iedereen  zo lekker zoet is met zijn smartphone. Wat een uitkomst is de techniek toch! Veel handiger ook dan die enorme kranten van vroeger. Die lappen papier waren hooguit nuttig om er nasale bezigheden  mee te verbergen.

Toen ik nog een regelmatige trein forens was, voornamelijk om mijn  vriendinnetje of schaaktoernooien te bezoeken, kwam ik de vreemdste mensen tegen  die hun verhaal uitgerekend aan mij kwijt moesten. Alsof er "praat tegen mij, ik geloof alles en neem je altijd serieus" op mijn voorhoofd stond gegrift. Zo kwam ik eens een man tegen die uit het niets een gesprek aanknoopte met me. Hij stelde zich voor als meester, nee niet zo één in het onderwijs ook geen schaker of dammer, maar eentje van sadistisch maar zeker geen masochistische  aard. Zonder blikken of blozen vertelde hij dat bij het weggaan nog even zijn zus had vastgebonden en opgetakeld en dat ze pas los mocht komen als hij s' avonds laat weer thuis kwam. Of die ene verwarde man die geen idee had wat hij in de trein deed dat ogenblik. Hij beweerde dat hij het moment ervoor nog zijn hondje aan het uitlaten was in Kerkrade en plots werd hij wakker in een trein tussen Rotterdam en Dordt. Natuurlijk heb je geen treinkaartje op zak als je met de hond aan het wandelen bent. De conducteur wist ook niet wat hij met de beste man aan moest maar voelde medelijden, de man sloot namelijk een ontvoering door marsmannetjes niet uit!? Of de man zich een delirium had gezopen, de realiteit in zijn leven had verloren of een slecht verhaal goed aan het acteren was, hij hield er een gratis kaartje  Zuid-Limburg aan over. (Tip voor zwartrijders!!!) Nee, ik ben blij dat dat soort figuren hun verhaal voortaan op Facebook en WhatsApp kwijt kunnen. Ook veel te luide gesprekken van het "hoihoi-wat-ben-ik-blij-met-mijn-eerste-mobieltje-tijdperk" zijn heden ten dagen veel beperkter door social media,  een hele verbetering!

In 2002 waagde ik mij aan interrail, een maand lang kriskras door Europa treinen. Wie van Spartaanse nachten houdt in overvolle treinen is het de low budget manier om in een korte tijd veel te zien en te beleven. Nachttreinen kunnen soms ontaarden in complete feesten. Mijn toenmalige vriendin kon het wat minder waarderen. Ze had meer affiniteit met 1e klasse vliegen dan met 2e klasse treinen. Zij zou echter ook toe moeten geven dat het echte leven op het spoor gebeurd en niet op 12 kilometer hoogte. Al was het maar om dat ene nare en luidruchtige mens, die ons heel de nacht irriteerde en bij het uitstappen in Budapest zo lekker op d'r bek ging. Een andere ervaring van die reis, van Milaan naar Luxemburg zal mij ook altijd bij blijven. Na 4 nachten achter elkaar in overvolle wagons was ik wel aan goede nachtrust toe. Gelukkig was deze trein voor de verandering eens rustig, een coupé voor mij alleen! Vlak voor vertrek kreeg ik echter gezelschap van een 17-18 jarige Luxemburgse knul. Hij was zenuwachtig, keek schichtig rond en vroeg me of we misschien grenscontrole zouden krijgen in Zwitserland. Mijn antwoord maakte hem panisch. Aangezien Zwitserland geen EU en ook geen Schengenland is zat die kans er dik in. Zijn nervositeit werkte inmiddels aardig aanstekelijk. Het bevroeden dat deze jongeman verdovende middelen bij zich had. Als er hier drugs gevonden zou worden, wie zou er dan op het eerste oog verdacht lijken? Een schuchtere tiener of een volwassen iemand wiens nationaliteit in het buitenland sowieso al geassocieerd wordt met drugs? "Heb je iets bij je?" vroeg ik hem maar gelijk. De jongeman was vreemd genoeg één en al openheid over zijn intenties. Hij had 3 kilo hasj in zijn tas. Pardon??? Ik wilde direct de trein verlaten maar hij keek me hopeloos aan en smeekte me bijkans om bij hem te blijven. Of ik een plek wist om het te verstoppen. Na wat nadenken dacht ik aan de prullenbak in het toilet. Trek de vuilniszak eruit, stop je tas er in en daarna de zak weer terug op zijn plek, het liefst 3 wagons verderop en zo geschiedde. Nu zijn troep veilig een eind verderop was werden we beiden weer rustiger. Omdat de trein met vertraging vertrok kwam de grenscontrole uiteindelijk niet. Ongevraagd vertelde mijn coupégenoot honderduit over zijn "koeriersdienst" voor ieder ritje vanaf Zuid Italië naar Antwerpen verdiende hij 1000 euro. Trots liet hij zijn nieuwe gadgets zien die hij met de verdiensten van een vorig ritje had aangeschaft. Hopelijk heeft hij nu, 12 jaar later een baan waar minder discretie geboden is. In deze business komt zijn openheid niet echt van pas.

Vorig jaar maakte ik mijn laatste tevens meest Spartaanse treinreis: een 15 uur durende nachtrit van Moskou naar Riga. Deze trein was zelfs 3 weken van tevoren al bijna volgeboekt maar gelukkig waren een paar goedkoopste slaapplaatsen nog beschikbaar. Iedereen begrijpt natuurlijk wel dat je niet veel hoeft te verwachten van een 3e klasse wagon in Rusland maar de omstandigheden tartte wel onze verbeelding. Een plank van 2 cm dik, 150 cm lang 3 planken boven elkaar was ons onderkomen. Toen iedereen lag te slapen had het nog het meest weg van een mortuarium. De ontmoetingen in de trein maakte veel goed, veel Russische jongeren gaan naar Riga om er een feestje te bouwen. De fles vodka ging van hand tot hand en er werd gezongen, Russen zijn altijd in voor een feestje! Mijn reisgenoot die met zijn 1.90 gebroken op plaats van bestemming aankwam had het niet willen missen maar ik geloof wel dat ik een andere reispartner zal moeten zoeken voor mijn langgekoesterde wens om de Trans-Mongolië express naar Peking te nemen.

Nu ik alweer een poosje mijn vliegangst heb overwonnen lonkt het om eens verder te kijken. Maar is dat nou het échte reizen? Een paar uur lang naar het kastje voor je in de stoel gluren, als die er al is? Snelle transportatie naar je bestemming vind ik een betere omschrijving. Reizen, het puur en alleen onderweg zijn, dat beleef je als je meer ziet dan alleen wolken. Er is geen één vlucht die ik specifiek voor de geest kan halen. (Behalve als je met Siberia Airways vliegt) Maar wat zouden mijn herinneringen zijn zonder de trein?